Op deze pagina vind je antwoord op Veel Gestelde Vragen over de Volkstuinvereniging. Zijn er onderwerpen waar je meer over wil weten of heb je een vraag die hier niet bij staat, stuur ons dan een berichtje.
Het adres van de tuin is:
Langendijk 191
5045 AX TILBURG
Een plattegrond van de tuinindeling vind je op de pagina “informatie’ in het menu ‘De vereniging’. Met deze link kom je er meteen.
Om gebruik te kunnen maken van een volkstuin moet je lid worden van onze vereniging. Als er geen vrije tuinen beschikbaar zijn, dan kun je op een wachtlijst worden geplaatst. Informatie over het lidmaatschap vind je op de ‘Informatie’ pagina in het menu ‘De Vereniging’. Wil je je als lid inschrijven, gebruik dan ons inschrijfformulier.
Ja, er is een Whatsapp groep. Wil je hiervoor toegang krijgen, neem dan contact op met de webmaster.
Voor het aanleggen van een tegelpad in je volkstuin is het niet nodig om gele zand onder je tegels te leggen. In een moestuin wordt dat eigenlijk nooit gedaan. Dat scheelt tijd, geld en moeite.
De belangrijkste regel is: veroorzaak geen overlast voor je buren. Zorg er dus voor dat je boom niet te hoog wordt en plaats deze zo dat die geen schaduw werpt op de tuin van je buren.
Ben uiterst voorzichtig met het gebruik van geïmpregneerd tuinhout. Dit hout is vaak behandeld met metalen zoals koper en chroom. Geen fijne combinatie dus met het kweken van eetbare planten en vruchten. Let er bij het kopen van het hout dus op dat het KOMO keuring heeft (dan blijft het impregneermiddel in het hout) of gebruik hout zonder impregneermiddel zoals Douglas hout.
Op aardappel en andere nachtschadegewassen (zoals tomaat) kan de Coloradokever voorkomen. Deze kever is maar iets groter dan een lieveheersbeestje en de pop lijkt er een beetje op, dus let op dat je niet de verkeerde verwijdert. Het makkelijkste is de kevers wegvangen of de oranje eitjes verwijderen, die aan de onderkant van het blad worden gelegd.
VTV Reeshof is een biologische tuin, wat inhoudt dat er geen kunstmest gebruikt mag worden en alleen biologische bestrijdingsmiddelen. De meeste gewassen hebben genoeg aan een jaarlijkse gift van compost. Sommige soorten, zoals kolen en prei, hebben graag halverwege de groei wat extra meststoffen. Je kunt daarvoor koemestkorrels gebruiken, die je ook op kunt lossen in water en dan verdund geeft. Brandnetels of smeerwortel bevatten veel stikstof en je kunt deze in stukjes knippen en in een emmer water doen. Na 10 dagen zeef je de plantdelen eruit (die gaan op de composthoop) en het aftreksel dat je overhoudt giet je in de verhouding 1:10 op vruchtgewassen en kolen. Nooit onverdund gebruiken!
Compost zorgt voor een goede structuur en vruchtbaarheid van je tuin en stimuleert het bodemleven en daarom zou In iedere tuin een compostbak moeten staan en zeker in de moestuin. Je maakt deze het beste van oude planken of Douglas hout (je hoeft dit niet te behandelen) in de maat 1 x 1 x 1 meter. Liever geen geïmpregneerd hout, want deze stoffen spoelen uit in de bak en komen uiteindelijk in je grond. Een centimeter ruimte tussen de planken geeft wat lucht. De bak zet je op de kale grond.
Je verwerkt hier je onkruid en tuinafval in. Grote stelen of bladeren kun je het beste wat klein knippen, dat bespoedigt het composteren. Maak geen dikke lagen, maar houd het luchtig. Als je koffiedrab hebt van thuis, doe dit er dan vooral ook in en ook bladeren van bomen (geen eik of beuk). De hoop af en toe omzetten met een riek. Verder kun je er mest van kippen, konijnen/cavia’s of paarden/koeien doormengen, dan krijg je een echte broeihoop die sneller klaar is. In het najaar kun je er een laag bladeren op doen om de hoop tegen de koude te beschermen. Na een half jaar tot 9 maanden is de compost klaar voor gebruik. De compost ziet er dan uit als droge tuinaarde en ruikt naar verse bosgrond. Grove materialen kun je eruit halen of zeven en deze gooi je terug in de bak voor de volgende ronde. Zorg ervoor dat de hoop niet te droog is (bij warm weer gooi je er soms een gieter water overheen), maar ook niet drijfnat. Als het goed is komen er vanzelf compostwormen in (kleine rode, dus geen regenwormen). Is dat niet het geval, dan kun je compostwormen halen bij Ad, voorzitter of bij Yvonne, secretaris.
Niet iedere groente heeft dezelfde hoeveelheid compost nodig. Als vuistregel strooi je in het voorjaar:
- Zeer veel compost (8 – 10 kg/m²): spinazie, prei, de meeste kolen.
- Veel compost (6 – 8 kg/m²): sla, andijvie, warmoes, selder, peterselie, kervel, koolrabi, suikermaïs, augurk, courgette, pompoen, komkommer, meloen, tomaat, aubergine, paprika, pepers en aardbei.
- Bijmesten: geef ‘gulzige’ soorten zoals kolen, prei, knolselder en komkommer extra compost in juli-augustus. Strooi 4 kg/m² tussen die groenten.
- Matig compost (2 – 4 kg/m²): aardappel, knolvenkel, rode biet.
- Geen compost (0 kg/m²): wortel, pastinaak, veldsla, groenlof, ajuin, sjalot, knoflook, erwt, boon, tuinboon, witlof en schorseneer.
Onthoud:
- 10 liter (een emmer) is 8 kilogram compost.
- Doe aan wisselteelt: zo krijgen je worteltjes nog genoeg ‘oude kracht’ uit de compost die je kolen het jaar daarvoor kregen.
Veel mensen zullen er wel eens van gehoord hebben, maar het hoe en wat is voor velen nog
onduidelijk. Met dit stukje probeer ik het een en ander uit te leggen. Ik pretendeer niet om compleet en
allesomvattend te zijn, maar meer als eerste gids om te beginnen met groenbemesting.
In de natuur komt het eigenlijk nooit voor dat er niets groeit op de grond, of dat deze niet is toegedekt
met bladeren. Als grond open ligt gaat de kwaliteit hiervan achteruit. Dit noemen we gronderosie, dan
verliest de grond aan structuur en mineralen. Vooral voor onze beginnende tuinen is dat iets om
rekening mee te houden: laat het niet te lang braak liggen! Als je nog niet meteen aan de gang wilt of
de tuin nog niet geheel hebt beplant is groenbemesting voor die stukken aan te bevelen. Maar ook als
er weer stukjes tuin vrij komen na de oogst is inzaaien met een groenbemester een goed idee.
Een paar voordelen van groenbemesting op een rijtje:
- gaat gronderosie tegen
- verbetert het bodemleven (na het omzetten van het zaaisel)
- geeft de grond meer structuur (en dat kunnen we wel gebruiken)
- beter vocht vasthouden van de grond (grond slaat niet zo snel dicht na een regenbui)
- een aantal groenbemesters voegt na onderwerken een aantal minerale stoffen toe.
- bij niet te zuinig inzaaien krijgt onkruid weinig kans.
Welke groenbemesting kan er het beste gebruikt worden?
In de handel worden dikwijls gemengde pakketten aangeboden. Ik ben hier niet zo’n voorstander van.
Om reden dat wisselteelt, wat ook van belang is bij groenbemesting, dan niet mogelijk is. En je zo ook
niet goed de specifieke voor- en nadelen van de verschillende zaaisels kunt uitbuiten. Als je die eens
wilt nazoeken kun je kijken bij https://www.bolster.nl/groenbemesters/c21.
Ik ga dit jaar beginnen het stuk grond dat ik over heb inzaaien met Phacelia, een stuk met Japanse
haver en een stuk met Incarnaatklaver. Ik heb voor deze zaden gekozen omdat zij stevig en diep
wortelen, dat lijkt mij fijn bij onze harde grond, ze groeien dicht op elkaar en laten dus weinig onkruid
toe. Bij vorst vriezen ze dood en in het voorjaar zijn deze planten makkelijk onder te werken. Het is een
probeersel, maar al doende moeten we toch leren en middels dit stukje hopelijk ook van elkaar.
Waarschijnlijk is de typering van de grond ‘lemig zand’ is of misschien zelfs leem (mengsel van klei en zand).
Dit houdt vocht goed vast, en soms blijft het water er zelfs op staan, zoals we allemaal hebben ervaren.
Reeshof ligt met +6NAP maar liefst 10 meter lager dan het hoogste punt (bij Willem II stadion +16NAP)
en vandaar dat het riviertje ‘de Donge’ bij ons letterlijk om de hoek het Wilhelminakanaal in stroomt. Dit
verklaart meteen mooi die klompen klei die je af en toe tegenkomt, want klei ontstaat door afzetting van
rivierwater.
Nadeel: natte voeten zullen we altijd houden. Voordeel: écht droog wordt het nooit, dus ook in droge
periodes kunnen planten en bomen prima overleven.
Hier kun je qua planten wel rekening mee houden.
Een goed voorbeeld van een ‘Doe-het-zelf’ gereedschapskist (tuinkist) vind je op internet. Binnen onze tuinen vind je hier al enkele voorbeelden van: Zó maak je zelf een Tuinkist!
Op de tuin komt veel heermoes voor. Dat is een heel plant die zich enorm kan uitbreiden en het is zaak
dit goed onder controle te houden. Tip steek het
heermoesplantje goed diep uit (trekken heeft geen zin; het breekt af) en dan op een kaal
stukje grond te laten indrogen. Het is namelijk wel goede voeding voor je grond. Gooi dit vooral niet op
de composthoop, want dan krijg je onherroepelijk nog meer heermoes in je tuin!